Score
0%
In de volgende zinnen staan woorden met 'au'. Schrijf het woord helemaal over en vul de juiste letters in. De au-woorden staan in zinnen, zodat je ze beter kunt onthouden.
1: Aurora was de (...teur) van het boek een (...reool) van braafheid en woonde vanaf (...gustus) in Australië.
2: Ze hield heel erg van (r...we) (...gurk) en (l...we) (s...cijzenbroodjes).
3: Ook (kabelj...w) met een (s...sje) van (l...rier) en (...bergine) vond ze erg lekker.
4: Soms was Aurora een beetje chagrijnig en (fl...w), dan ging ze de hele dag (sn...wen) en (w...welen).
5: Ze had wel eens gehoord dat ze geen mooie (...ra) had, dat kwam doordat ze (fr...de) had gepleegd.