jufmelis.nl

Nederlands is niet moeilijk, gewoon even oefenen

inloggen

Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord

Uitleg

Deze uitleg gaat over voltooid deelwoorden die bijvoeglijk worden gebruikt. Er wordt dan eigenlijk van een voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord gemaakt.


Er zijn verschillende namen voor een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord:

  • bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
  • voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt
  • voltooid deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord
  • voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord: vd als bnw


Deze bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoorden worden vaak verward met gewone werkwoorden. Het is dan ook erg belangrijk dat je de regels van de werkwoordspelling goed beheerst en ook dat je de verschillende vormen van het werkwoord herkent. Het is ook belangrijk dat je de gewone bijvoeglijk naamwoorden herkent.



Voorbeelden

  • Het horloge is gekocht.
    • voltooid deelwoord: gekocht
  • Het gekochte horloge zit om mijn pols.
    • bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord: gekochte

 

  • Ik heb mijn diploma behaald.
    • voltooid deelwoord: behaald
  • Het behaalde diploma ligt op tafel.
    • bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord: behaalde

 

Verschil met een bijvoeglijk naamwoord

Als je niet zo goed weet of een woord een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord is of misschien een andere vorm van het werkwoord, is het belangrijk om te weten hoe je een bijvoeglijk naamwoord herkent. Een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord is namelijk een bijvoeglijk naamwoord, maar dan toevallig afgeleid van een voltooid deelwoord. 


In de voorbeelden staan eerst bijvoeglijk naamwoorden en dan bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoorden:


  • de lange afstand
    • bijvoeglijk naamwoord: lange
  • de mooie afstand
    • bijvoeglijk naamwoord: mooie
  • de korte afstand
    • bijvoeglijk naamwoord: korte
  • de gerende afstand
    • bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord: gerende
    • voltooid deelwoord rennen: gerend
  • de gelopen afstand
    • bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord: gelopen
    • voltooid deelwoord lopen: gelopen
    • de gefietste afstand
      • bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord: gefietste
      • voltooid deelwoord van fietsen: gefietst



    Spelling van een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord

    De spelling van een bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoord levert vaak problemen op. De spelling is gebaseerd op de spelling van bijvoeglijk naamwoorden. Dus:


    Je schrijft het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord met een extra -e.

    • voltooid deelwoord: gerend
      • bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord: gerend+e
      • de gerende afstand
    • voltooid deelwoord: gefietst
      • bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord: gefietst+e
      • de gefietste afstand

     

    Je schrijft het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord zo kort mogelijk.

    • gefietst - de gefietste afstand
    • vergroot - de vergrote foto
    • gehaat - de gehate toets


    Let op dat je wel de algemene spellingregels toepast, dus soms heb je wel een extra letter nodig voor de uitspraak.

    • besmet - de besmette leerling
    • geschud - de geschudde kaarten


    Uitzonderingen

    Als het voltooid deelwoord al op -en eindigt (en dus onregelmatig is) dan schrijf je het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord gewoon hetzelfde. De uitzondering is dus juist de makkelijkste vorm.


    • gelopen - De gelopen afstand was 13 kilometer.
    • geslagen - Het geslagen kind huilde heel erg hard.
    • vergeten - Het vergeten werk ligt nog thuis.

     


    Vergrootte of vergrote?

    Bij de spelling van een woord als vergrote/vergrootte gaat het vaak mis. Kijk naar de volgende voorbeelden.  


    • Ik vergrootte de foto.
      • vergrootte is persoonsvorm in de verleden tijd
    • Ik hou van vergrote foto’s.
      • hou is de persoonsvorm
      • vergrote is een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord


    De uitspraak van vergrote en vergrootte is hetzelfde, maar de schrijfwijze totaal anders. In de eerste zin is vergrootte een persoonsvorm in de verleden tijd en wordt dus de regel van de werkwoordspelling gevolgd. In de tweede zin is vergrote een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord en schrijven we dat dus zo kort mogelijk. Het is dus belangrijk dat je de verschillende vormen van het werkwoord en het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord herkent.


    Oefen direct met het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord.



    Fan van jufmelis.nl? Maak voor € 15,- per jaar alle oefeningen.

    Volgende oefening

    • oefening naam