Score
0%
Vul het juiste wederkerende voornaamwoord in. Wederkerende voornaamwoorden horen bij de wederkerende werkwoorden, het zijn woorden zoals: zich, me, je, ons. Bij grammatica kun je de wederkerende voornaamwoorden eerst leren herkennen en de uitleg staat hier: wederkerende voornaamwoorden.
Als het goed gaat kun je ook oefenen met de wederkerende werkwoorden.
1: Ik schaam voor het gedrag van mijn kinderen.
2: Jij schaamt voor het gedrag van je vader.
3: Hij schaamt voor zijn moeder.
4: Wij schamen voor onze ouders.
5: Jullie schamen nergens voor.
6: Zij schamen voor het verleden.
7: Ik herinner dat voorval heel anders.
8: Jij herinnert niets meer, hè.
9: Hij herinnert zijn kleuterjuf nog heel goed.
10: Wij herinneren alles nog heel goed.