extra: als of dan gevorderde 10
In deze opdracht ga je oefenen met als en dan. Na een ongelijkheid (vergrotende trap) schrijf je dan en na een gelijkheid (stellende trap) schrijf je als. Lees de uitleg over als en dan. Je kunt ook makkelijkere oefeningen maken over als en dan.
Vul het juiste woord in, kies uit als en dan.
Afgesloten oefening.
Deze oefening is afgesloten. Log in om de oefening te kunnen maken of neem een jaarabonnement.
Fan van jufmelis.nl? Maak voor € 15,- per jaar alle oefeningen.
Je bent niet ingelogd, je scores worden niet opgeslagen.
Inloggen
-
feit of mening
-
feit of mening eenvoudig
-
feit of mening
-
-
objectief of subjectief
-
het alfabet
-
het alfabet
-
het alfabet - namen
-
alfabetische volgorde boeken
-
alfabet kiezen
-
-
als of dan
-
als of dan beginner
-
als of dan gevorderde
-
-
opsomming
-
tegenstelling
-
Tekstverband tegenstelling
-
Signaalwoord tegenstelling
-
-
voorbeeld
-
tekstverbanden
-
opsomming of tegenstelling
-
voorbeeld of voorwaarde
-
tekstverbanden door elkaar
-
-
signaalwoorden
-
signaalwoorden door elkaar
-
-
interpunctie
-
punten
-
vraagtekens
-
uitroeptekens
-
dubbele punten
-
komma's
-
-
afbreken
-
lidwoorden invullen
-
lidwoorden invullen
- lidwoorden invullen 1
- lidwoorden invullen 2
- lidwoorden invullen 3
- lidwoorden invullen 4
- lidwoorden invullen 5
- lidwoorden invullen 6
- lidwoorden invullen 7
- lidwoorden invullen 8
- lidwoorden invullen 9
- lidwoorden invullen 10
- lidwoorden invullen 11
- lidwoorden invullen 12
- lidwoorden invullen 13
- lidwoorden invullen 14
- lidwoorden invullen 15
- lidwoorden invullen 16
- lidwoorden invullen 17
- lidwoorden invullen 18
- lidwoorden invullen 19
- lidwoorden invullen 20
- lidwoorden invullen 21
- lidwoorden invullen 22
- lidwoorden invullen 23
- lidwoorden invullen 24
- lidwoorden invullen 25
- lidwoorden invullen 26
- lidwoorden invullen 27
- lidwoorden invullen 28
- lidwoorden invullen 29
- lidwoorden invullen 30
- lidwoorden invullen 31
- lidwoorden invullen 32
- lidwoorden invullen 33
- lidwoorden invullen 34
- lidwoorden invullen 35
- lidwoorden invullen 36
- lidwoorden invullen 37
- lidwoorden invullen 38
- lidwoorden invullen 39
- lidwoorden invullen 40
-
lidwoorden in zinnen
-
-
aanwijzend voornaamwoord invullen
-
die of dat invullen
- die of dat invullen 1
- die of dat invullen 2
- die of dat invullen 3
- die of dat invullen 4
- die of dat invullen 5
- die of dat invullen 6
- die of dat invullen 7
- die of dat invullen 8
- die of dat invullen 9
- die of dat invullen 10
- die of dat invullen 11
- die of dat invullen 12
- die of dat invullen 13
- die of dat invullen 14
- die of dat invullen 15
- die of dat invullen 16
- die of dat invullen 17
- die of dat invullen 18
- die of dat invullen 19
- die of dat invullen 20
- die of dat invullen 21
- die of dat invullen 22
- die of dat invullen 23
- die of dat invullen 24
- die of dat invullen 25
-
dit of deze invullen
- dit of deze invullen 1
- dit of deze invullen 2
- dit of deze invullen 3
- dit of deze invullen 4
- dit of deze invullen 5
- dit of deze invullen 6
- dit of deze invullen 7
- dit of deze invullen 8
- dit of deze invullen 9
- dit of deze invullen 10
- dit of deze invullen 11
- dit of deze invullen 12
- dit of deze invullen 13
- dit of deze invullen 14
- dit of deze invullen 15
- dit of deze invullen 16
- dit of deze invullen 17
- dit of deze invullen 18
- dit of deze invullen 19
- dit of deze invullen 20
- dit of deze invullen 21
- dit of deze invullen 22
- dit of deze invullen 23
- dit of deze invullen 24
- dit of deze invullen 25
-
die of dat in zinnen
-
dit of deze in zinnen
-
dat of die invullen
-
-
wederkerende voornaamwoorden invullen
-
wederkerende voornaamwoorden
-
wederkerende voornaamwoorden in zinnen
-
-
werkwoordstijden
-
tegenwoordige tijd of verleden tijd
- tegenwoordige tijd of verleden tijd 1
- tegenwoordige tijd of verleden tijd 2
- tegenwoordige tijd of verleden tijd 3
- tegenwoordige tijd of verleden tijd 4
- tegenwoordige tijd of verleden tijd 5
- tegenwoordige tijd of verleden tijd 6
- tegenwoordige tijd of verleden tijd 7
- tegenwoordige tijd of verleden tijd 8
- tegenwoordige tijd of verleden tijd 9
- tegenwoordige tijd of verleden tijd 10
- tegenwoordige tijd of verleden tijd 11
- tegenwoordige tijd of verleden tijd 12
- tegenwoordige tijd of verleden tijd 13
- tegenwoordige tijd of verleden tijd 14
- tegenwoordige tijd of verleden tijd 15
-
werkwoordstijden slepen
-
werkwoordstijden invullen
-
-
wijten of danken
-
wijten of danken
-
-
voegwoorden
-
voegwoorden herkennen
-
voegwoorden invullen
-
mits en tenzij
-
-
hoofdzinnen en bijzinnen
-
niet of geen
-
NT2
-
NT2 meervoud
- NT2 meervoud 1
- NT2 meervoud 2
- NT2 meervoud 3
- NT2 meervoud 4
- NT2 meervoud 5
- NT2 meervoud 6
- NT2 meervoud 7
- NT2 meervoud 8
- NT2 meervoud 9
- NT2 meervoud 10
- NT2 meervoud 11
- NT2 meervoud 12
- NT2 meervoud 13
- NT2 meervoud 14
- NT2 meervoud 15
- NT2 meervoud 16
- NT2 meervoud 17
- NT2 meervoud 18
- NT2 meervoud 19
- NT2 meervoud 20
- NT2 meervoud 21
- NT2 meervoud 22
- NT2 meervoud 23
- NT2 meervoud 24
- NT2 meervoud 25
- NT2 meervoud 26
- NT2 meervoud 27
- NT2 meervoud 28
- NT2 meervoud 29
- NT2 meervoud 30
- NT2 meervoud 31
- NT2 meervoud 32
- NT2 meervoud 33
- NT2 meervoud 34
-
NT2 meervoud (zin)
-
NT2 verkleinwoorden
- NT2 verkleinwoorden 1
- NT2 verkleinwoorden 2
- NT2 verkleinwoorden 3
- NT2 verkleinwoorden 4
- NT2 verkleinwoorden 5
- NT2 verkleinwoorden 6
- NT2 verkleinwoorden 7
- NT2 verkleinwoorden 8
- NT2 verkleinwoorden 9
- NT2 verkleinwoorden 10
- NT2 verkleinwoorden 11
- NT2 verkleinwoorden 12
- NT2 verkleinwoorden 13
- NT2 verkleinwoorden 14
- NT2 verkleinwoorden 15
- NT2 verkleinwoorden 16
-
NT2 verkleinwoorden (zin)
- NT2 verkleinwoorden in zinnen 1
- NT2 verkleinwoorden in zinnen 2
- NT2 verkleinwoorden in zinnen 3
- NT2 verkleinwoorden in zinnen 4
- NT2 verkleinwoorden in zinnen 5
- NT2 verkleinwoorden in zinnen 6
- NT2 verkleinwoorden in zinnen 7
- NT2 verkleinwoorden in zinnen 8
- NT2 verkleinwoorden in zinnen 9
- NT2 verkleinwoorden in zinnen 10
- NT2 verkleinwoorden in zinnen 11
- NT2 verkleinwoorden in zinnen 12
- NT2 verkleinwoorden in zinnen 13
- NT2 verkleinwoorden in zinnen 14
-
NT2 verkleinwoorden in het meervoud
- verkleinwoorden in meervoud 1
- verkleinwoorden in meervoud 2
- verkleinwoorden in meervoud 3
- verkleinwoorden in meervoud 4
- verkleinwoorden in meervoud 5
- verkleinwoorden in meervoud 6
- verkleinwoorden in meervoud 7
- verkleinwoorden in meervoud 8
- verkleinwoorden in meervoud 9
- verkleinwoorden in meervoud 10
-
-
letters
-
klinkers en medeklinkers
-
hoofdletters en kleine letters
- hoofdletters en kleine letters 1
- hoofdletters en kleine letters 2
- hoofdletters en kleine letters 3
- hoofdletters en kleine letters 4
- hoofdletters en kleine letters 5
- hoofdletters en kleine letters 6
- hoofdletters en kleine letters 7
- hoofdletters en kleine letters 8
- hoofdletters en kleine letters 9
- hoofdletters en kleine letters 10
-
-
alfabet
-
alfabet slepen
-
alfabet invullen
-
alfabetische volgorde eenvoudig
- alfabetische volgorde eenvoudig 1
- alfabetische volgorde eenvoudig 2
- alfabetische volgorde eenvoudig 3
- alfabetische volgorde eenvoudig 4
- alfabetische volgorde eenvoudig 5
- alfabetische volgorde eenvoudig 6
- alfabetische volgorde eenvoudig 7
- alfabetische volgorde eenvoudig 8
- alfabetische volgorde eenvoudig 9
- alfabetische volgorde eenvoudig 10
-
alfabetische volgorde
-
-
na of naar
-
na of naar
-
-
het woord er
-
het woord er in een zin slepen
- het woord er slepen 1
- het woord er slepen 2
- het woord er slepen 3
- het woord er slepen 4
- het woord er slepen 5
- het woord er slepen 6
- het woord er slepen 7
- het woord er slepen 8
- het woord er slepen 9
- het woord er slepen 10
- het woord er slepen 11
- het woord er slepen 12
- het woord er slepen 13
- het woord er slepen 14
- het woord er slepen 15
- het woord er slepen 16
- het woord er slepen 17
- het woord er slepen 18
- het woord er slepen 19
- het woord er slepen 20
- het woord er slepen 21
-
er met een voorzetsel
-
woorden met er flitsen
-