Score
0%
Na een ongelijkheid (vergrotende trap) schrijf je dan en na een gelijkheid (stellende trap) schrijf je als.
Vul in: als of dan
1: Senna is groter Yael.
2: Yael kan even goed hockeyen Senna.
3: Yael rent sneller Senna.
4: Yael heeft een veel leukere zus Senna.
5: Senna is even grappig Yael.
6: Yael woont langer in Eindhoven Senna.
7: Haar studentenhuis is schoner haar appartement.
8: Senna heeft even lang haar Yael
9: Senna is even lief Yael.
10: Coco was even enthousiast Senna.