Score
0%
Vul de juiste vorm in van het werkwoord. In deze zinnen gaat het om de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd. Soms zijn er meerdere antwoorden goed en worden er dus ook meerdere antwoorden goed gerekend.Als je dit onderdeel van de werkwoordspelling nog lastig vindt, dan kun je ook eerst makkelijkere werkwoordspellingoefeningen maken of de uitleg van de werkwoordspelling tegenwoordige tijd lezen.
1: (Gaan) u naar huis?
2: (Willen) u nog een kopje thee?
3: U (Worden) zo opgehaald.
4: (Maken) u nog pannenkoeken?
5: (Kunnen) u het geld overmaken?
6: U (geven) altijd veel geld aan collectanten.
7: Wanneer (brengen) uw zoon u naar uw afspraak?
8: U (hebben) een prachtig schilderij gemaakt.
9: U (vragen) wel veel.
10: (Wachten) u daar maar even.