Score
0%
Schrijf de werkwoorden in de tegenwoordige tijd. In deze opdracht staan alleen regelmatige werkwoorden.Je kunt de werkwoordsoorten natuurlijk ook door elkaar oefenen.
1: poetsen - jij
2: praten - wij
3: duwen - jij
4: koken - ik
5: raken - Sam
6: snoepen - Blake
7: volgen - Hans
8: leggen - ik
9: openen - wij
10: veranderen - jij