Score
0%
In de onderstaande zinnen klik je steeds het onvoltooid deelwoord aan. Lees eventueel de uitleg over het onvoltooid deelwoord/tegenwoordig deelwoord.
1: Balend ging ik naar school.
2: Femke ruimde mopperend haar kamer op.
3: Jelleke ruimde huilend haar kamer op.
4: Sanne vertelde lachend dat haar kamer al lang was opgeruimd.
5: Al liggende in bed las de juf de nieuwste roman van Dijkzeul.
6: Nagelbijtend startte hij zijn presentatie.
7: Genietend sabbelde ze op haar lolly.
8: Hinnikend rende het prachtige paard het weiland af.
9: De kat gaf miauwend aan dat het haar niet beviel.
10: Blaffend deed de hond zijn behoefte.