De stam
De stam van een werkwoord is: het hele werkwoord -en
Voorbeeld:
- werkwoord: bereiken
- stam: bereik
- werkwoord: verhuizen
- stam: verhuiz
- werkwoord: lopen
- stam: lop
- werkwoord: beloven
- stam: belov
Deze stam heb je nodig als je 't kofschip gaat gebruiken.
Meestal spreek je van de aangepaste stam, de aangepaste stam is precies hetzelfde als de ik-vorm.
Voorbeeld:
- werkwoord: bereiken
- stam: bereik
- werkwoord: verhuizen
- stam: verhuis
- werkwoord: lopen
- stam: loop
Als ik spreek van de 'stam' dan bedoel ik dus de 'aangepaste stam'.