Score
0%
Vul het juiste wederkerende werkwoord én wederkerende voornaamwoord in. Bij grammatica kun je de wederkerende voornaamwoorden eerst leren herkennen en je kunt ook eerst alleen met de wederkerende voornaamwoorden oefenen. Ook kun je natuurlijk eerst de uitleg lezen van de wederkerende voornaamwoorden.
1: Jullie (zich vervelen) toch ook niet vaak, of wel?
2: Jij (zich vervelen) vaak op zondag, toch?
3: Wij (zich verslikken) nooit.
4: Hij (zich vervelen) nooit.
5: Max (zich verslikken) vaker in zijn lunch.
6: Wij (zich vervelen) best vaak.
7: Danny en Sam (zich vervelen) tijdens wiskunde.
8: Ik (zich verslikken) in mijn boterham.
9: Jij (zich verslikken) wel erg vaak.
10: Ik (zich vervelen) te pletter tijdens de Nederlandse lessen.