Score
0%
Deze oefening gaat over voegwoorden. Lees eerst de uitleg over het voegwoord of oefen met het invullen van voegwoorden in zinnen.
Klik in iedere zin het voegwoord aan.
1: Wil jij een oliebol, of heb je liever een appelbeignet?
2: De leerling had zijn huiswerk gemaakt, maar hij was zijn schrift vergeten.
3: Kom je vanmiddag nog langs, of kom je liever een andere keer?
4: Je moet even met me naar het kantoor, want ik wil je graag spreken.
5: Wouline was op tijd opgestaan, maar ze kwam toch te laat door overmacht.
6: Juf Melis houdt van lesgeven en ze vindt het leuk om oefeningen te maken.
7: Ik sta te bellen, terwijl ik sta te koken.
8: Lezen vind ik erg fijn, maar ik maak er te weinig tijd voor.
9: Bianca wilde graag haar toets afmaken, maar haar pen was leeg.
10: Marline gaat graag naar de bioscoop en ze gaat graag naar het theater.