jufmelis.nl

Nederlands is niet moeilijk, gewoon even oefenen

inloggen

Het koppelwerkwoord

Uitleg

Veel mensen vinden het koppelwerkwoord een lastig onderdeel van grammatica. Naast het zelfstandig werkwoord en de hulpwerkwoorden bestaan er ook koppelwerkwoorden. Lees ook de uitleg over het naamwoordelijk gezegde.


De basisregels zijn bijna hetzelfde als bij een zelfstandig werkwoord: per zin staat er maar één koppelwerkwoord in (behalve natuurlijk als het een samengestelde zin is), de rest van de werkwoorden zijn hulpwerkwoorden.


Een koppelwerkwoord koppelt het onderwerp van de zin aan het naamwoordelijk deel. Leer de negen koppelwerkwoorden uit je hoofd (soms werkt het als je er een soort liedje van maakt). Let op: soms hoef je alleen de eerste zeven te kennen.


  • zijn
  • schijnen
  • worden
  • heten
  • blijven
  • (dunken)
  • blijken
  • (voorkomen)
  • lijken


Een werkwoord is alleen een koppelwerkwoord als:

  • het één van de negen koppelwerkwoorden is
  • het te vervangen is door een ander koppelwerkwoord uit het rijtje
Dus: het koppelwerkwoord koppelt het onderwerp aan een eigenschap of kenmerk (het naamwoordelijk deel).


Voorbeeld 1: Josje is juf.
Josje: onderwerp
is: koppelwerkwoord want Josje blijft juf, Josje wordt juf, Josje blijkt juf…
en: juf is een kenmerk/eigenschap van Josje
   
Voorbeeld 2: Bram is leraar geworden.
Bram: onderwerp
geworden: koppelwerkwoord (is: hulpwerkwoord)


Opmerking: Er zijn nog meer werkwoorden te vinden die als koppelwerkwoord gezien zouden kunnen worden, maar die werkwoorden laat ik voor deze uitleg en in de oefeningen buiten beschouwing.


Ga direct naar de oefeningen van de koppelwerkwoorden of maak de opdrachten over het naamwoordelijk gezegde.



Voor € 15,- per jaar kun je een jaar lang alle oefeningen maken. Bestel nu!

Volgende oefening

  • oefening naam