Score
0%
Geef het werkwoordelijk gezegde (wwg) in de zinnen aan. In deze zinnen staan splitsbare werkwoorden (scheidbare werkwoorden). Let op: het werkwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden in een zin: de persoonsvorm plus de andere werkwoorden dus.
1: Femkebeldehaar vriendinop.
2: Abdirahman at zijn boterham op.
3: De juf riep de leerling nog na.
4: Paula gaf het niet op.
5: Piet hing het schilderij op.