jufmelis.nl

Nederlands is niet moeilijk, gewoon even oefenen

inloggen

Verkleinwoorden basisregels

Uitleg

Verkleinwoorden zijn volgens de taalkunde: zelfstandige naamwoorden (of soms bijwoorden) waarmee de kleine vorm wordt bedoeld. In de Nederlandse taal worden erg vaak verkleinwoorden gebruikt. Moedertaalsprekers weten vaak vanzelf welke vorm ze moeten gebruiken, voor NT2’ers is dit veel lastiger. Kijk op jufnt2.nl voor extra oefeningen en uitleg speciaal voor iedereen met Nederlands als tweede taal.


Bij een verkleinwoordje wordt het lidwoordje ‘het’ gebruikt. 

  • de boom - het boompje
  • de kat - het katje
  • het huis - het huisje


Meestal -je

De meeste verkleinwoorden krijgen -je achter het zelfstandig naamwoord.

  • de hand - het handje
  • de rups - het rupsje
  • de lamp - het lampje


Vaak -tje

Sommige verkleinwoorden krijgen -tje achter het zelfstandig naamwoord. Als de laatste letter van het zelfstandig naamwoord op een van de volgende letters eindigt, dan eindigt het verkleinwoord meestal op -tje: -l, -n, -w, -r, -e, -a, -o, -u.

  • de kameel - het kameeltje
  • de maan - het maantje
  • de vrouw - het vrouwtje
  • het been - het beentje
  • de dame - het dametje

woorden op eau, dus woorden op een oo-klank 


Let op: als de laatste letter van het zelfstandig naamwoord eindigt op -a, -o of -u, dan verdubbelt de klinker wel.

  • de opa - het opaatje
  • de jojo - het jojootje
  • de paraplu - het parapluutje


Soms -pje

De zelfstandige naamwoorden die eindigen op -m, krijgen meestal -pje bij het verkleinwoord.

  • het raam - het raampje
  • de boom - het boompje
  • de bezem - het bezempje


Lastige verkleinwoorden die eindigen op -etje

Sommige verkleinwoorden zijn toch heel anders, deze verkleinwoorden eindigen op -etje. Vaak zijn dat zelfstandig naamwoorden met een korte klinker.

  • de bon - het bonnetje
  • de man - het mannetje
  • de ring - het ringetje
  • de bal - het balletje


Lastige verkleinwoorden

Sommige verkleinwoorden krijgen juist een verdubbeling van de klinker of zijn helemaal anders. Zie hier onder:

  • het blad - het blaadje
  • het gat - het gaatje
  • het schip - het scheepje
  • de jongen - het jongetje

Hierboven staan de basisregels voor de verkleinwoorden, de rest van de regels voor de verkleinwoorden vind je hier. Je kunt ook alvast de spelling van de verkleinwoorden gaan oefenen. Extra eenvoudige oefeningen over de verkleinwoorden vind je hier. 



Voor € 15,- per jaar kun je een jaar lang alle oefeningen maken. Bestel nu!

Volgende oefening

  • oefening naam