jufmelis.nl

Nederlands is niet moeilijk, gewoon even oefenen

inloggen

Werkwoordelijk gezegde

Uitleg

Deze uitleg gaat over het werkwoordelijk gezegde. Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden in een zin. De afkorting van het werkwoordelijk gezegde is wwg en de Latijnse naam voor gezegde is predicaat. 


Regel

Bij het werkwoordelijk gezegde zijn er twee belangrijke regels.

Het werkwoordelijk gezegde:

  • alle werkwoorden in de zin
  • de persoonsvorm plus de andere werkwoorden


Voorbeelden

  • Ik loop.
    • werkwoordelijk gezegde: loop
  • Ik heb gelopen.
    • werkwoordelijk gezegde: heb gelopen
  • Ik ben komen lopen.
    • werkwoordelijk gezegde: ben komen lopen
  • Ik had willen komen lopen.
    • werkwoordelijk gezegde: had willen komen lopen
  • Ik liep.
    • werkwoordelijk gezegde: liep


Let op: het woordje te voor een heel werkwoord hoort ook bij het werkwoordelijk gezegde!

  • Ik heb veel te doen.
    • werkwoordelijk gezegde: heb te doen


Je kunt oefenen met het vinden van het werkwoordelijk gezegde

Je kunt ook eerst oefenen met het vinden van de persoonsvorm of je kunt oefenen met het verdelen van zinnen in zinsdelen

Lees hier de uitleg van het naamwoordelijk gezegde en de uitleg van het koppelwerkwoord


Voor € 15,- per jaar kun je een jaar lang alle oefeningen maken. Bestel nu!

Volgende oefening

  • oefening naam